maandag 1 november 2010

Verslag van ontwikkeling

De afgelopen weken moesten we de Volkskrant en de NRC bijhouden. Daarnaast moesten we met groepjes een aantal musea bezoeken. We moesten zelf plannen hoe we de musea gingen bezoeken. Daarna moesten we dat aan de klas presenteren.
Mijn groep bestond uit vier meiden. Patricia, Maike, Lieke en ik waren een groep en we gingen naar Tilburg.
We zijn toen in de Pont en de Textielmuseum geweest. In de Pont waren er twee nieuw tentoonstellingen: Paul Bogaers (Upset Down) en Howard Hodgkin (Time and Place).
De Upset Down was heel interessant. De foto’s leken ondersteboven te kloppen met elkaar. Bijvoorbeeld door een lijn dat doorgetrokken was van de ene nar de andere foto. Of door de kleurenovergang.
Bij Time and Place kon ik me goed de tijd verbeelden. Bijvoorbeeld bij groen, het deed me denken aan lente. Er waren veel kleurrijke schilderijen. Bij elk kleur kreeg je steeds andere emotie.
We hebben naast de twee tentoonstellingen in de pont rondgelopen om te zien wat er allemaal afspeelde. Er waren foto’s in een rij dat mij aanspraken. Op de voorgrond van de foto zag je regendruppels en de achtergrond was niet te zien. Het was wazig. Maar op een of andere manier kon je raden wat het was. Bijvoorbeeld de “M”van de McDonald’s.
In Tilburg was het textielweekend. Het hele museum was daarop ingestemd. Ik heb nooit eerder zoveel dingetjes gezien met textiel. Je kon daar stof kopen in de markt, workshops doen, het proces volgen van hoe wol gemaakt werd, kortom alles met textiel.
We hebben daar onze eigen sjaal ontworpen. De uitkomst was afhankelijk van de kleuren die je kon kiezen. Er waren heel veel machines in het textielmuseum, maar er was er een die ons opviel. We hebben daarbij zeker meer dan een kwartier gestaan. Het was heel leuk; een machine die handschoenen kan breien in drie minuten. We kregen daarbij ook uitleg. Afhankelijk van de instellingen kon je de maat en de kleuren bepalen waarna de handschoen zo uit de machine viel na 3 minuten. Die mochten we ook houden.

In de vakantie ben ik met een paar meiden uit de klas naar de kunsthal in Rotterdam geweest. Het was echt de moeite waard. Er waren er verschillende tentoonstellingen: o.a. Edvard Munch, internationaal realisme en Munem Wasif. Het was echt geweldig. Bij Munch kon ik veel voorwerpen herkennen, bijvoorbeeld het rode huis. Bij internationaal realisme was ik helemaal onder de indruk. Ik liep langs de kunstwerken en dacht dat het posters waren. Toen ik het stuk informatie las waarop stond dat het olieverf op doek was, was ik helemaal verbaasd. Ik heb terug gelopen en ben de kunstwerken opnieuw gaan kijken.
Ik heb geleerd dat je beter moet kijken voordat je langs een schilderij loopt.
Van Munem Wasif waren er foto’s waar water centraal stond: Zoutwatertranen. De foto’s leken op uitgeknipte stukken van een documentaire. Je kon met de mensen op de foto meeleven.

Een van de artikelen dat ik interessant vond was van de NRC: ‘Hier huist de ziel van de kunstenaar’.(17 september 2010 door Peter Delpeut)
Er wordt besproken hoe een atelier van bekende kunstenaar er uit heeft gezien. De manier waarop het artikel was geschreven vond ik heel mooi. Ik heb daarom de auteur opgezocht. Hij is filmkunstenaar en schrijver. Dat vond ik bijzonder, de manier waarop hij dingen omschrijft: net of hij een film naverteld.
Bij het artikel is ‘het licht’ heel mooi omschreven. Hoe de kunstenaar het heeft gebruikt en hoe dat ervaren is. De ruimte kan je helpen bij het maken van schilderij of kunstwerk. Daarnaast kan de ruime zelf kunstwerk voorstellen. Toen ik dat las moest ik meteen denken aan het Atelier Van Lieshout. We hebben in de les erover gehad en ik heb daar ook over gelezen op de website. (Bij het volgende artikel binnen de thema ‘De mythe na het atelier’ komt het ook voor.)
Dat heeft me aan het denken gezet. Ik heb niet echt een ruimte waar ik werk. Ik werk overal een beetje. Maar ik vind het toch belangrijk om een eigen ruimte of hoek te maken waar ik mijn ding kan doen. Ik heb daarom bedacht, om bij ons thuis op de zolder, een hoek te maken waar ik al mijn spullen neer kan leggen en waar ik lekker bezig kan zijn.
Zoals de auteur Peter Delpeut schrijft: van handwerksman wordt de schilder kunstenaar en zijn atelier een plaats van heilig scheppen.

Een ander artikel dat ik gekozen heb is van de volkskrant: ‘Ik wil de andere kant laten zien’ door Wim Bossema. Het is een interview met Carl de Keyzer over het maken van foto’s voor een aantal tentoonstellingen. Hij gaar naar oorlogsgebieden: onder andere naar Kongo, Siberië en India.
Hij zegt op een gegeven moment dat CNN andere dingen dag dan hem. Ik vind het heel belangrijk dat je je eigen visie laat zien. Dat heeft hij ook proberen te doen. Daarom zegt hij ‘Ik wil de andere kant laten zien’.
Hij probeert de surrealisme te laten zien in zijn foto’s. Dat vind ik interessant. Ik heb de foto’s waar hij het over heeft (congo (belge)) opgezocht. Het zijn mooie sprekende foto’s. De manier waarop hij dingen overbrengt is apart. Het zijn beelden die je ziet en overheen kijkt. Maar hij zet ze vast. Dat vind ik heel mooi.
In het artikel heb ik gelezen dat artsen zonder grenzen hem heeft geholpen bij een aantal van zijn rezen. Dat vond ik leuk. Ik ben donateur van Artsen zonder grenzen. Het is leuk om te horen dat ze beroemde fotograven zoals Carl de Keyzer helpen.
Hij verteld ook hoe hij foto heeft gemaakt in Chinees parlement waar hij niet mocht flitsen. Hij heeft gewoon een digitale kamera gebruikt. Ik vind dat je in alle omstandigheden creatieve oplossingen moet hebben. Op die manier heb je zeker iets in plaats van niets. Daar denk ik ook altijd aan bij mijn studiehouding: ik probeer overal een oplossing op te vinden. Dat laat ook een stuk creativiteit zien. Creativiteit heb je altijd nodig.
Uiteindelijk zegt Carl de Kyzer dat hij eerst gaat experimenteren voordat hij de foto’s gaat maken voor zijn volgende thema. Waarom is het eigenlijk nodig om te experimenteren? Ik vind dat je op die manier tot nieuwe ideeën kan komen en steeds dingen ontdekt. Het is handig om in je achterhoofd te houden om ook af en toe te experimenteren.

‘Hij gaf geweldig vorm aan een fantasiewereld’ is het volgende artikel. Ik heb voor dit artikel gekozen omdat ik de vormgever niet kende en wilde er meer over weten. Dus ik heb op Google naar Leigh Bowery gezocht. Hij heeft een fantasiewereld en hij speelt de hoofdrol daarin. De plaatjes die ik dan zag waren op het eerste gezicht schokkend, omdat het voor mij onbekend was. Maar hoe meer ik zag en over hem te weten kwam, des te meer zag ik hoe knap het eigenlijk is wat hij doet. Hij doet het met plezier en is heel enthousiast. Dat komt ook over als je goed kijkt. Want je moet goed kijken om een mening te vormen heb ik geleerd. En wat je ook doet moet je laten zien dat je daar plezier in hebt.

Bronnen:

‘Hier huist de ziel van de kunstenaar’. Door Peter Delpeut,17 september 2010.
http://boeken.vpro.nl/personen/34120757/
‘Ik wil de andere kant laten zien:’ Door Wim Bossema, 17 september 2010
http://www.carldekeyzer.com/
‘Hij gaf geweldig vorm aan een fantasiewereld’. Door Sasja Kooistra, 17 september 2010 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten